PR 400‑22 (01)
Originele handleiding
Informatie over de handleiding
Bij deze handleiding
- Waarschuwing! Zorg, voordat u het product gebruikt, dat u de bij het product meegeleverde handleiding incl. de aanwijzingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen, afbeeldingen en specificaties gelezen en begrepen hebt. Maakt u zich met name met alle aanwijzingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen, afbeeldingen, specificaties en bestanddelen en functies vertrouwd. Als u dit niet doet, bestaat het risico op een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. Bewaar de handleiding inclusief alle aanwijzingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen voor later gebruik.
- producten zijn bestemd voor de professionele gebruiker en mogen alleen door geautoriseerd, vakkundig geschoold personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het product en zijn hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
- De meegeleverde handleiding komt overeen met de actuele stand van de techniek op het tijdstip op het moment van druk. De actuele versie vindt u altijd online op de Hilti productpagina. Volg hiervoor de link of de QR-code in deze handleiding, gemarkeerd met het symbool .
- Geef het product alleen met deze handleiding aan andere personen door.
Verklaring van de tekens
Waarschuwingsaanwijzingen
Waarschuwingsaanwijzingen waarschuwen voor gevaren bij de omgang met het product. De volgende signaalwoorden worden gebruikt:Symbolen in de handleiding
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt:Handleiding in acht nemen |
|
Gebruikstips en andere nuttige informatie |
|
Omgang met recyclebare materialen |
|
Elektrisch gereedschap en accu's niet met het huisvuil meegeven |
|
Hilti Li-ion accu |
|
Hilti acculader |
Symbolen in afbeeldingen
De volgende symbolen worden in afbeeldingen gebruikt:Deze cijfers verwijzen naar de betreffende afbeelding aan het begin van deze handleiding. |
|
De nummering in afbeeldingen duidt op belangrijke arbeidsstappen of onderdelen die belangrijk zijn voor arbeidsstappen. In de tekst van worden deze arbeidsstappen of onderdelen met overeenkomstige nummers geaccentueerd, bijv. (3) . |
|
Positienummers worden gebruikt in de afbeelding Overzicht en verwijzen naar de nummers van de legenda in het hoofdstuk Productoverzicht . |
|
Dit teken vraagt om uw bijzondere aandacht bij de omgang met het product. |
Productafhankelijke symbolen
Algemene symbolen
Symbolen die in combinatie met het product worden gebruikt.Het product ondersteunt NFC-technologie die compatibel is met iOS- en Android-platforms. |
|
Li‑ion-accu |
|
Gebruik de accu nooit als hamer. |
|
Laat de accu niet vallen. Gebruik geen accu die een klap gekregen heeft of anderszins beschadigd is. |
|
Gebruikte Hilti Li-ion-accu typeserie. De gegevens in het hoofdstuk Correct gebruik in acht nemen. |
|
Indien op het product aanwezig, dan is het product door deze certificeringsinstantie volgens de geldende normen gecertificeerd voor de markten USA en Canada. |
Op het product
Laser-informatieLASERSTRALING! NIET IN DE STRAAL KIJKEN! Het product voldoet aan de laserklasse 2, gebaseerd op de norm IEC60825‑1/EN60825‑1:2014 en komt overeen met CFR 21 § 1040 (Laser Notice 56). Dit product is een laserproduct voor consumenten en voldoet aan de eisen van EN 50689:2021. |
Veiligheid
Algemene veiligheidsinstructies meetgereedschappen
WAARSCHUWING! Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Het meetgereedschap kan gevaar opleveren wanneer deze op ondeskundige wijze wordt gebruikt. Wanneer de volgende aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen, kan dit schade aan het meetgereedschap en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed.
Veiligheid op de werkplek
- Houd uw werkgebied schoon en goed verlicht. Een rommelig of onverlicht werkgebied kan tot ongevallen leiden.
- Werk niet met het product in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stof bevinden.
- Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het product uit de buurt.
- Gebruik het product alleen binnen de vastgestelde toepassingsgrenzen.
- Neem de landspecifieke voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht.
- Houd het product uit de buurt van regen en vocht. Binnendringend vocht kan kortsluiting, elektrische schokken, brandwonden of explosies veroorzaken.
- Hoewel het product beschermd is tegen het binnendringen van vocht, dient u het droog te maken alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
- Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van een meetgereedschap. Gebruik geen meetgereedschap wanneer u moe bent of onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het meetgereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
- Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft.
- Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting vermindert het risico op letsel.
- Maak geen veiligheidsinrichtingen onklaar en verwijder geen instructie- en waarschuwingsopschriften.
- Voorkom per ongeluk inschakelen. Zorg ervoor dat het meetgereedschap is uitgeschakeld, voordat u de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of draagt.
- Gebruik het product en de toebehoren overeenkomstig deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale apparaattype is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van producten voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
- Waak voor een foutief gevoel van veiligheid, negeer de veiligheidsregels voor meetgereedschap niet, ook niet als u na veelvuldig gebruik met het meetgereedschap vertrouwd bent. Achteloos handelen kan binnen een fractie van een seconden leiden tot ernstig letsel.
- Het meetgereedschap mag niet in de buurt van medische apparatuur worden gebruikt.
- Gebruik het product en de toebehoren alleen in een technisch optimale staat.
- Bewaar niet-gebruikte meetgereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het product niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Meetgereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt.
- Verzorg meetgereedschappen zorgvuldig. Controleer of bewegende delen foutloos functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het meetgereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het meetgereedschap gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden meetgereedschappen.
- Het product mag in geen geval worden gemodificeerd of gemanipuleerd. Veranderingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Hilti zijn toegestaan, kunnen het recht van de gebruiker om het product in bedrijf te nemen beperken.
- Vóór belangrijke metingen of en na een val of andere mechanische inwerkingen is blootgesteld, dient u de nauwkeurigheid van het meetgereedschap te controleren.
- De meetresultaten kunnen door bepaalde omgevingsparameters worden beïnvloed. Daartoe behoren bijv. de aanwezigheid van apparaten die sterke magnetische of elektromagnetische velden opwekken, trillingen en temperatuurveranderingen.
- Snel wijzigende meetomstandigheden kunnen het meetresultaat negatief beïnvloeden.
- Wanneer het product vanuit een zeer koude in een warme omgeving wordt gebracht, of omgekeerd, dient u het product voor gebruik te laten acclimatiseren. Grote temperatuurverschillen kunnen tot storingen en onjuiste meetresultaten leiden.
- Zorg er bij het gebruik van adapters en toebehoren voor dat de toebehoren correct bevestigd zijn.
- Hoewel het meetgereedschap ontwikkeld is voor de zware omstandigheden op bouwterreinen, dient u het evenals andere optische en elektrische producten (verrekijker, bril, fotocamera) met zorg te behandelen.
- Houd de voorgeschreven bedrijfs- en opslagtemperaturen aan.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor lasermeetapparaten
- Bij het ondeskundig openen van het product kan laserstraling naar buiten komen die klasse 2 overstijgt. Laat het product alleen door de Hilti Service repareren.
- Scherm de meetplaats af. Controleer dat u bij het plaatsen van het product de laserstraal niet op andere personen of op uzelf wordt gericht. Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte te lopen.
- Om foutieve metingen te voorkomen, moet het uitgangsvenster van de laser schoon worden gehouden.
- Controleer voor metingen/het gebruik en ook meerdere keren tijdens het gebruik de nauwkeurigheid van het product.
- Metingen in de buurt van reflecterende objecten resp. oppervlakken en door ruiten of soortgelijke materialen kunnen leiden tot een verkeerd meetresultaat.
- Monteer het product op een geschikte houder, op een statief of zet het op een egaal oppervlak.
- Het werken met meetlatten in de buurt van hoogspanningsleidingen is niet toegestaan.
- Zorg ervoor dat er geen ander lasergereedschap in de omgeving wordt gebruikt, waardoor uw meting nadelig kan worden beïnvloed.
- De laserstralen mogen niet over onbewaakt gebied gaan.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
- Gebruik het product en de toebehoren alleen in een technisch optimale staat.
- Voer nooit aanpassingen of veranderingen aan het product of toebehoren uit.
- Gevaar voor letsel door vallend gereedschap en/of toebehoren. Controleer voor het begin van het werk of de accu en gemonteerde toebehoren stevig bevestigd zijn.
Elektromagnetische compatibiliteit
Hoewel het apparaat aan de strenge eisen van de geldende richtlijnen voldoet, kan Hilti het volgende niet uitsluiten:- Het apparaat kan andere apparaten (bijvoorbeeld navigatie-inrichtingen van vliegtuigen) storen.
- Het apparaat kan door sterke straling gestoord worden, hetgeen tot een onjuiste werking kan leiden.
Zorgvuldige omgang en gebruik van accu's
- Neem de volgende veiligheidsvoorschriften voor het veilige gebruik van Li‑ion-accu's in acht. Het niet in acht nemen kan tot huidirritaties, ernstige corrosief letsel, chemische brandwonden, brand en/of explosies leiden.
- Gebruik accu's alleen in een technisch optimale staat.
- Behandel accu's zorgvuldig, om beschadigingen te vermijden en om het ontsnappen van vloeistoffen te voorkomen die uiterst schadelijk voor de gezondheid zijn!
- Accu's mogen in geen geval worden gemodificeerd of gemanipuleerd!
- De accu's mogen niet uit elkaar genomen, ineengedrukt, tot boven de 80 °C (176 °F) worden verhit of verbrand.
- Gebruik of laad geen accu's op, die een klap hebben gekregen of op een andere manier beschadigd zijn. Controleer uw accu's regelmatig op tekenen van beschadigingen.
- Gebruik nooit gerecyclede of gerepareerde accu's.
- Gebruik de accu of een accu-aangedreven elektrisch gereedschap nooit als slaggereedschap.
- Stel accu's nooit bloot aan direct zonlicht, verhoogde temperaturen, vonken of open vuur. Dit kan tot explosies leiden.
- Raak de accupolen niet aan met uw vingers, gereedschap, sieraden of andere elektrisch geleidende voorwerpen. Dit kan de accu beschadigen en materiële schade en letsel veroorzaken.
- Stel de accu's niet bloot aan regen, vocht en vloeistoffen. Binnendringend vocht kan kortsluiting, elektrische schokken, brandwonden, brand en explosies veroorzaken.
- Gebruik alleen de voor dit type accu bedoelde acculaders en elektrische gereedschappen. Neem daarbij de informatie in de betreffende handleidingen in acht.
- Gebruik of bewaar de accu niet in explosiegevaarlijke omgevingen.
- Als de accu zo heet is dat hij niet kan worden vastgepakt, kan deze defect zijn. Plaats de accu op een overzichtelijke, niet brandbare plaats met voldoende afstand tot brandbare materialen. Laat de accu afkoelen. Als de accu na een uur nog steeds te heet is om aan te raken, dan is hij defect. Neem contact op met de Hilti Service of lees het document "Aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruik van Hilti Li-ion accu's".
Beschrijving
Overzicht
- Laserstraal (rotatievlak)
- Referentiestraal
- Vizierinrichting (keep en korrel) X-as
- Vizierinrichting (keep en korrel) Y-as
- Laservenster
- Handgreep
- Accu-interface
- Aan/uit-toets
- Bedrijfstoestandsweergave (LED)
- Accu-ontgrendelingstoets
- Statusweergave accu
- Positie typeplaatje
- Grondplaat met 5/8" schroefdraad
Correct gebruik
Het beschreven product is een rotatielaser met een roterende, zichtbare rode laserstraal en, in een hoek van 90° daarop, een referentiestraal. De rotatielaser kan verticaal, horizontaal en voor schuine hoeken worden gebruikt. Het apparaat is bestemd voor het vaststellen, overdragen en controleren van horizontale hoogteverlopen, verticale en hellende vlakken en rechte hoeken. Voorbeelden voor het gebruik zijn het aanbrengen van meet- en hoogtelijnen, het bepalen van rechte hoeken op wanden, verticaal uitrichten op referentiepunten of het creëren van hellende vlakken.- Gebruik voor dit product alleen de in deze tabel aangegeven Hilti Nuron Li-ion-accu's van de typeserie B 22.
- Gebruik voor deze accu's alleen Hilti acculaders van de in deze tabel genoemde typeseries.
Standaard leveringsomvang
Rotatielaser, laserontvanger PRA 400, houder voor laserontvanger PRA 83, 2x AA-batterijen (niet in alle markten), handleiding, fabrikantcertificaat, kofferAndere voor uw product vrijgegeven systeemproducten vindt u in uw Hilti Store , of onder: www.hilti.group
Bluetooth
Dit product is met Bluetooth uitgerust.Bluetooth is een draadloze gegevensoverdracht, waarmee twee voor Bluetooth geschikte producten met elkaar kunnen communiceren.
Het Bluetooth® -woordmerk en het -logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en het gebruik van deze handelsmerken door Hilti is gelicenseerd.
Functies van de Aan/uit-toets
De rotatielaser wordt door het kort indrukken van de toets Aan/Uit ingeschakeld resp. uitgeschakeld.Bovendien kunnen de volgende functies met de toets Aan/Uit worden geactiveerd:
- In de horizontale modus: Houd bij uitgeschakelde rotatielaser de toets Aan/Uit gedurende ≥10 seconden ingedrukt, om de hellingfunctie te activeren. In de laserontvanger wordt de functie Helling digitaal instellen opgeroepen.
- In de verticale modus: Na een succesvolle nivellering en projectie van het referentiepunt kan de rotatie worden gestart door het opnieuw indrukken van de toets Aan/Uit.
Om de rotatielaser uit te schakelen terwijl het referentiepunt wordt geprojecteerd, moet u de toets Aan/Uit tweemaal indrukken.
Laserontvanger/afstandsbediening
Hilti laserontvangers geven digitaal de afstand tussen de schijnende laserstraal (laservlak) op het detectieveld en de markeringskerf op de laserontvanger aan. De laserstraal is ook over grotere afstanden te ontvangen. De laserontvanger PRA 400 dient eveneens als afstandsbediening voor de rotatielaser.Automatische uitschakeling
Een automatische uitschakeling vindt plaats wanneer er geen nivellering tot stand komt, omdat de rotatielaser:- Te sterk ten opzichte van het horizontale vlak gekanteld is (behalve in de hellingsmodus).
- Een intern mechanisch probleem vertoont.
- door schudden of stoten uit het lood is gebracht.
Schakel de rotatielaser uit en weer in. Indien het probleem blijft bestaan, wendt u zich tot de Hilti Service.
Automatisch uitrichten
Het automatische uitrichten maakt het voor één persoon mogelijk om het laservlak op de laserontvanger uit te richten.- Horizontaal in combinatie met het automatische statief PRA 91 en laserontvanger PRA 400.
- Hellingshoek op de X-as in combinatie met de laserontvanger PRA 400.
- Verticaal in combinatie met de laserontvanger PRA 400.
Controlefunctie
In combinatie met de laserontvanger PRA 400 bewaakt de rotatielaser de uitrichting van het laservlak. Bij afwijkingen van de uitrichting corrigeert het systeem de richting van het laservlak, om ze in het nulpunt van de ontvanger te houden. De rotatielaser corrigeert alle door temperatuurschommelingen, wind of andere invloeden veroorzaakte fouten.Wanneer de optische verbinding tussen het laserstraal en laserontvanger langer dan twee minuten onderbroken is en het apparaat is ingesteld, meldt het systeem een storing.
De bewakingsfunctie is alleen beschikbaar in de verticale modus.
Slaapmodus
Voor pauzes of andere werkzaamheden kan de slaapstand van de rotatielaser worden gebruikt. In deze toestand worden alle instellingen van het laservlak of de hellingshoek behouden. De slaapstand spaart stroom en verlengt de accuduur.De slaapstand wordt met de laserontvanger PRA 400 geactiveerd / gedeactiveerd.
Uitschakeling van de lichtbundels
Afzonderlijke gebieden van de laserstraal kunnen worden gedeactiveerd, om:- Uzelf en andere collega's voor de laserstraal te beschermen.
- Andere metingen in de nabijheid niet te beïnvloeden.
Schokwaarschuwingsfunctie
Wordt de rotatielaser tijdens het gebruik uit het niveau gebracht, dan schakelt het product met behulp van de geïntegreerde schokwaarschuwingsfunctie in de waarschuwingsmodus. De schokwaarschuwingsfunctie is pas actief vanaf de tweede minuut na het bereiken van de nivellering. Als binnen deze 2 minuten een instelling van de rotatielaser wordt uitgevoerd, duurt het opnieuw twee minuten totdat de schokwaarschuwingsfunctie wordt geactiveerd.Als de laser zich in de waarschuwingsmodus bevindt:
- Knippert de bedrijfstoestandsweergave oranje.
- Stopt de rotatiekop en schakelt de laserstraal uit.
Bescherming tegen storende lichtbronnen
De modus "Bescherming tegen storende lichtbronnen" minimaliseert de beïnvloeding door flikkerende lichtbronnen zoals LED's, die bijvoorbeeld in hoofdlampen en andere kunstmatige verlichtingen voorkomen.De modus reduceert effectief problemen die optreden als gevolg van de reflectie van de laserstraal door glas, metaal of andere reflecterende oppervlakken.
Storende lichtbronnen en reflecterende laserstralen worden voor het grootste deel genegeerd en foutieve detecties door de laserontvanger worden geminimaliseerd. Daardoor is het ook onder moeilijke omstandigheden mogelijk constant te blijven werken.
Modusindicatie
De rotatielaser beschikt over een bedrijfstoestandsweergave, waarmee verschillende bedrijfstoestanden kunnen worden weergegeven.Toestand |
Betekenis |
---|---|
De bedrijfstoestandsweergave brandt continu groen. |
De rotatielaser is ingeschakeld, genivelleerd en werkt correct. |
De bedrijfstoestandsweergave knippert langzaam groen. |
De rotatielaser nivelleert zich. |
De bedrijfstoestandsweergave knippert 5 maal snel groen. |
Een momenteel gestarte instelling (nivellering, bewakingsmodus, autoalignment) is succesvol beëindigd. |
De bedrijfstoestandsweergave brandt met korte onderbrekingen groen. |
De hellingshoekmodus is geactiveerd. |
De bedrijfstoestandsweergave pulseert met onderbrekingen langzaam groen. |
De rotatielaser bevindt zich in de slaapmodus. |
De bedrijfstoestandsweergave pulseert met onderbrekingen snel groen. |
Een actuele instelling (bewakingsmodus, autoalignment) is gestart. |
De bedrijfstoestandsweergave brandt continu oranje. |
De schokwaarschuwingsfunctie is gedeactiveerd. De rotatielaser is ingeschakeld, genivelleerd en werkt correct. |
De bedrijfstoestandsweergave knippert langzaam oranje. |
De schokwaarschuwingsfunctie is gedeactiveerd. De rotatielaser nivelleert zich. |
De bedrijfstoestandsweergave knippert snel oranje. |
De rotatielaser heeft een storing. Controleer de opstelling van de rotatielaser (bijvoorbeeld trillingsvrije, vlakke ondergrond, enz.) |
De bedrijfstoestandsweergave knippert rood (3x lang, 3x kort, 3x lang, pauze). |
De rotatielaser is defect. Wendt u zich tot uw Hilti Service. |
De bedrijfstoestandsweergave knippert 5x langzaam blauw. |
De rotatielaser en de laserontvanger zijn succesvol gepaired. |
Weergaven van de Li-ion accu
Hilti Nuron Li-ion-accu's kunnen de laadtoestand, foutmeldingen en de toestand van de accu weergeven.Weergaven voor de laadtoestand en foutmeldingen
Om een van de volgende weergaven te verkrijgen drukt u kort op de ontgrendelingstoets van de accu.De laadtoestand en mogelijke storingen worden ook permanent weergegeven, zolang het aangesloten product is ingeschakeld.
Toestand |
Betekenis |
---|---|
Vier (4) LED's branden constant groen |
Laadtoestand: 100% tot 71% |
Drie (3) LED's branden constant groen |
Laadtoestand: 70% tot 51% |
Twee (2) LED's branden constant groen |
Laadtoestand: 50% tot 26% |
Een (1) LED brandt constant groen |
Laadtoestand: 25% tot 10% |
Een (1) LED knippert langzaam groen |
Laadtoestand: < 10% |
Een (1) LED knippert snel groen |
De Li-ion accu is volledig ontladen. Laad de accu op. Als de LED na het opladen van de accu nog steeds snel knippert, neemt u contact op met de Hilti Service. |
Een (1) LED knippert snel geel |
De Li-ion accu of het daarmee verbonden product is overbelast, te heet, te koud of er doet zich een andere storing voor. Breng het product en de accu op de geadviseerde bedrijfstemperatuur en overbelast het product niet terwijl dit wordt gebruikt. Wanneer de melding blijft bestaan, kunt contact opnemen met Hilti Service. |
Een (1) LED brandt geel |
De Li-ion-accu en het daarmee verbonden product zijn niet compatibel. Wendt u zich tot uw Hilti Service. |
Een (1) LED knippert snel rood |
De Li-ion-accu is geblokkeerd en kan niet meer worden gebruikt. Wendt u zich tot uw Hilti Service. |
Weergaven over de toestand van de accu
Om de toestand van de accu op te vragen moet u de ontgrendelingstoets langer dan drie seconden ingedrukt houden. Het systeem herkent geen potentiële functiestoring van de batterij als gevolg van misbruik, zoals vallen, doorboringen, schade door hitte-inwerking van buitenaf enz.Toestand |
Betekenis |
---|---|
Alle LED's branden om de beurt en vervolgens brandt één (1) LED constant groen. |
De accu kan verder worden gebruikt. |
Alle LED's branden om de beurt en vervolgens knippert één (1) LED snel geel. |
De controle van de toestand van de accu kon niet worden afgesloten. Herhaal de procedure of neem contact op met de Hilti Service. |
Alle LED's branden om de beurt en vervolgens brandt één (1) LED constant rood. |
Wanneer een aangesloten product niet kan worden gebruikt, ligt de resterende accucapaciteit onder 50%. Wanneer een aangesloten product niet meer kan worden gebruikt, is de accu aan het einde van zijn levensduur en moet deze worden vervangen. Wendt u zich tot uw Hilti Service. |
Technische gegevens
Productinformatie
Nominale spanning |
21,6 V |
|
Nominale stroom |
160 mA |
|
Bereik ontvangst met PRA 400 (Diameter) |
800 m (2.624 ft - 8 in) |
|
Bereik communicatie met laserontvanger PRA 400 (Diameter) |
300 m (984 ft - 3 in) |
|
Nauwkeurigheid op 10 m (onder standaard omgevingsomstandigheden volgens MIL‑STD‑810G) |
±0,5 mm (±0,02 in) |
|
Laserklasse |
Zichtbaar, laserklasse 2, EN/IEC 60825-1:2014 |
|
Golflengte (λ) |
630 nm … 650 nm |
|
Uitgangsvermogen (P0) |
Rotatielaserstraal |
< 3,5 mW , ≥ 300 omw/min |
Uitgangsvermogen (P0) |
Referentielaserstraal |
< 1 mW |
Pulsduur (tp) |
490 ns |
|
Pulsfrequentie (f) |
1 MHz |
|
Bereik van de zelfnivellering |
±5° |
|
Maximale hellingshoek (Tolerantie 1,75% / 1 graden) |
X-as |
−15 % … 8,6 % |
Y-as |
−8,6 % … 8,6 % |
|
Maximale gebruikshoogte boven referentiehoogte |
2.000 m (6.561 ft - 8 in) |
|
Maximale relatieve luchtvochtigheid |
80 % |
|
Omgevingstemperatuur bij gebruik |
−20 ℃ … 50 ℃ (−4 ℉ … 122 ℉) |
|
Opslagtemperatuur |
−25 ℃ … 63 ℃ (−13 ℉ … 145 ℉) |
|
Gewicht |
2,60 kg |
|
Schroefdraad van het statief |
5/8 in |
|
Valtesthoogte (onder standaard omgevingsomstandigheden volgens MIL‑STD‑810G) |
1,5 m (4 ft - 11,1 in) |
|
Veiligheidsklasse overeenkomstig IEC 60529 |
IP66 |
|
Vervuilingsgraad overeenkomstig IEC 61010-1 |
2 |
|
Referentiestraal |
Permanente straal, haaks op het rotatievlak |
|
Maximaal uitgestraald zendvermogen |
10 dBm |
|
Frequentie |
2.400 MHz … 2.483,5 MHz |
Accu
Accuspanning |
21,6 V |
Gewicht accu |
Zie hoofdstuk "Correct gebruik" |
Omgevingstemperatuur bij gebruik |
−17 ℃ … 60 ℃ (1 ℉ … 140 ℉) |
Opslagtemperatuur |
−20 ℃ … 40 ℃ (−4 ℉ … 104 ℉) |
Accutemperatuur bij beginnen opladen |
−10 ℃ … 45 ℃ (14 ℉ … 113 ℉) |
Werkvoorbereiding
De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht nemen.Accu laden
- Lees vóór het opladen de handleiding van de acculader door.
- Let erop dat de contacten van de accu en de acculader schoon en droog zijn.
- Laad de accu op met een vrijgegeven acculader.
Accu aanbrengen
- Laad de accu voor het eerste gebruik volledig op.
- Schuif de accu in het product tot hij hoorbaar vergrendelt.
- Controleer of de accu correct bevestigd is.
Accu verwijderen
- Druk de ontgrendelingstoets van de accu in.
- Trek de accu uit het product.
Pairen van rotatielaser en laserontvanger
- Houd op de rotatielaser en op de laserontvanger tegelijkertijd de toets 3 seconden ingedrukt.
- De laserontvanger geeft een akoestisch signaal.
- Op de rotatielaser knippert de bedrijfstoestandsweergave.
- Op het display van de laserontvanger wordt het symbool weergegeven
- Beide producten worden uitgeschakeld.
- De laserontvanger geeft een akoestisch signaal.
Beveiliging tegen vallen
Gebruik als valbeveiliging voor dit product uitsluitend het Hilti gereedschapsbevestigingskoord #2261971.- Bevestig het gereedschapsbevestigingskoord met de lus aan het product zoals aangegeven in de afbeelding. Controleer de correcte bevestiging.
- Bevestig de karabijnhaak aan een dragende structuur. Controleer de correcte bevestiging van de karabijnhaak.
Bediening
De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht nemen.Correct gebruik van de rotatielaser en de accu
- Werkzaamheden in de horizontale modus/hellingshoekmodus.
- Werkzaamheden in de verticale modus en neerleggen of vervoeren in een schuine stand.
- Voor werkzaamheden in de verticale modus moet de rotatielaser zo worden neergelegd, dat de toets Aan/Uit naar boven wijst.
- Positioneer de rotatielaser voor het transport, of als u deze niet gebruikt, altijd zo dat het accuvak en de accu niet naar boven wijzen en geen vocht kan binnendringen.
- Voor werkzaamheden in de verticale modus moet de rotatielaser zo worden neergelegd, dat de toets Aan/Uit naar boven wijst.
Rotatielaser inschakelen/uitschakelen en horizontaal werken
- Plaats de rotatielaser op een stabiele, trillings- en schokvrije ondergrond en monteer hem op een geschikte houder.
- Als houder kan een wandhouder of een statief worden gebruikt. De hellingshoek van het draagvlak mag maximaal ± 5° zijn.
- Als houder kan een wandhouder of een statief worden gebruikt. De hellingshoek van het draagvlak mag maximaal ± 5° zijn.
- Druk op de toets .
- De rotatielaser nivelleert zich. De bedrijfstoestandsweergave knippert langzaam groen.
- Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt de laserstraal ingeschakeld en roteert hij. De bedrijfstoestandsweergave knippert 5 maal snel groen en brandt vervolgens constant groen.
- De rotatielaser nivelleert zich. De bedrijfstoestandsweergave knippert langzaam groen.
- Om de rotatielaser uit te schakelen, drukt u de toets opnieuw in.
Horizontaal automatisch uitrichten met statief PRA 91
- Druk op de rotatielaser, de laserontvanger en op het automatische statief op de toets .
- Op het display van de laserontvanger wordt een succesvolle verbinding met zowel de laser als met het automatische statief weergegeven.
- Als geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt door middel van het symbool op het betreffende product aangegeven dat geen verbinding aanwezig is.
- De rotatielaser nivelleert zich. Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt de laserstraal ingeschakeld en roteert hij.
- Op het display van de laserontvanger wordt een succesvolle verbinding met zowel de laser als met het automatische statief weergegeven.
- Houd de markeringskerf van de laserontvanger op de in te stellen doelhoogte. Houd de laserontvanger daarbij stil of fixeer hem.
- Start de automatische uitrichting door een dubbele klik op de laserontvanger met de toets .
- Het automatische statief beweegt omhoog en omlaag, tot de positie is bereikt waarin het laservlak overeenkomt met de markeringskerf van de laserontvanger. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Is deze positie bereikt, dan nivelleert de rotatielaser. De succesvolle afsluiting wordt op de laserontvanger door een aanhoudende toon van 5 seconden aangegeven. Op het display wordt kort het symbool weergegeven.
- Als de automatische uitrichting niet succesvol kan worden uitgevoerd, klinken op de laserontvanger korte akoestische signalen en wordt het symbool kort weergegeven.
- Het automatische statief beweegt omhoog en omlaag, tot de positie is bereikt waarin het laservlak overeenkomt met de markeringskerf van de laserontvanger. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Controleer de hoogte-instelling op het display van de laserontvanger.
- Als de automatische uitrichting is afgesloten, kunt u de laserontvanger uit het doelvlak verwijderen en bijvoorbeeld nog meer punten binnen het laservlak markeren.
Hellingshoek digitaal instellen
- Positioneer de rotatielaser op de bovenste of op de onderste rand van het hellende vlak, punt (A) .
- Richt de rotatielaser in de richting van de X-as via de vizierinrichting (keep en korrel) in op het punt (B) op de andere rand van het hellende vlak.
- Wanneer u ook in de Y-as de hellingshoek wilt instellen, richt u de rotatielaser met de vizierinrichting (keep en korrel) van de Y-as op het punt (C) . De punten (B) en (C) moeten zich vanuit het punt (A) onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar bevinden.
- Wanneer u ook in de Y-as de hellingshoek wilt instellen, richt u de rotatielaser met de vizierinrichting (keep en korrel) van de Y-as op het punt (C) . De punten (B) en (C) moeten zich vanuit het punt (A) onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar bevinden.
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Selecteer op de laserontvanger in het menu "Hellingshoekmodus" de functie "Hellingshoek instellen" .
- Selecteer de in te stellen as en druk op de toets .
- Voer de waarde van de hellingshoek in via de functietoetsen rechts of links.
- Om een negatieve waarde in te stellen, moet u de functietoets zo lang indrukken en/of vasthouden tot de waarde onder de 0 daalt.
- Zodra u de functietoets loslaat, past de rotatielaser de hellingshoek van het laservlak direct aan de ingestelde waarde aan. Als de ingestelde waarde wordt bereikt, geeft het display aan.
- Om een negatieve waarde in te stellen, moet u de functietoets zo lang indrukken en/of vasthouden tot de waarde onder de 0 daalt.
- Druk op de toets om terug te keren naar het selecteren van de assen.
- Voer indien gewenst ook een waarde in voor de tweede as.
- Voer indien gewenst ook een waarde in voor de tweede as.
- U kunt nu bijvoorbeeld de laserontvanger aan een meetlat bevestigen en bij punt (A) de hoogte op de waarde 0 instellen. Vervolgens kunt u over het complete hellingsvlak nog meer punten uitmeten.
Hellingshoek met hoge precisie digitaal instellen (e-targeting).
De elektronische oriëntatie optimaliseert de handmatige oriëntatie van de rotatielaser. De elektronische methode is nauwkeuriger.- Positioneer de rotatielaser op de bovenste of op de onderste rand van het hellende vlak, punt (A) .
- Richt de rotatielaser in de richting van de X-as via de vizierinrichting (keep en korrel) in op het punt (B) op de andere rand van het hellende vlak.
- Wanneer u ook in de Y-as de hellingshoek wilt instellen, richt u de rotatielaser met de vizierinrichting (keep en korrel) van de Y-as op het punt (C) . De punten (B) en (C) moeten zich vanuit het punt (A) onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar bevinden.
- Wanneer u ook in de Y-as de hellingshoek wilt instellen, richt u de rotatielaser met de vizierinrichting (keep en korrel) van de Y-as op het punt (C) . De punten (B) en (C) moeten zich vanuit het punt (A) onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar bevinden.
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Selecteer op de laserontvanger in het menu "Hellingshoek" de functie "Hoge precisie" .
- Houd de laserontvanger bij punt (B) exact en rustig in het laservlak. De laserstraal moet het detectievenster treffen.
- De rotatielaser oriënteert de X-as van het laservlak exact op de positie van de laserontvanger. Nadat de uitrichting voltooid is, wordt op het display aangegeven.
- De rotatielaser oriënteert de X-as van het laservlak exact op de positie van de laserontvanger. Nadat de uitrichting voltooid is, wordt op het display aangegeven.
- Verwijder de laserontvanger uit het laservlak en geef de waarde van de hellingshoek voor de X-as in via de functietoetsen rechts of links.
- Om een negatieve waarde in te stellen, moet u de functietoets zo lang indrukken en/of vasthouden tot de waarde onder de 0 daalt.
- Zodra u de functietoets loslaat, past de rotatielaser de hellingshoek van het laservlak direct aan de ingestelde waarde aan. Als de ingestelde waarde wordt bereikt, geeft het display aan.
- Om een negatieve waarde in te stellen, moet u de functietoets zo lang indrukken en/of vasthouden tot de waarde onder de 0 daalt.
- Druk op de toets om terug te keren naar het selecteren van de assen.
- Voer indien gewenst ook een waarde in voor de Y-as in.
- Voer indien gewenst ook een waarde in voor de Y-as in.
- U kunt nu bijvoorbeeld de laserontvanger aan een meetlat bevestigen en bij punt (A) de hoogte op de waarde 0 instellen. Vervolgens kunt u over het complete hellingsvlak nog meer punten uitmeten.
Hellingshoek met de hellingsadapter PRA 79 instellen
- Monteer de rotatielaser zó op de hellingsadapter PRA 79 dat de rotatielaser aan de zijde van het bedieningsveld wordt opgetild. Neem de handleiding van de hellingsadapter in acht.
- Positioneer de rotatielaser op de bovenste of op de onderste rand van het hellende vlak.
- Stel de hellingsadapter in op een waarde van 0°.
- Druk op de rotatielaser op de toets .
- De rotatielaser nivelleert zich. Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt de laserstraal ingeschakeld en roteert hij.
- De rotatielaser nivelleert zich. Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt de laserstraal ingeschakeld en roteert hij.
- Selecteer in de laserontvanger op de tweede pagina het menu Instellingen de functie Hellingshoekmodus .
- De automatische nivellering wordt gedeactiveerd. Op het display van de laserontvanger wordt weergegeven.
- De automatische nivellering wordt gedeactiveerd. Op het display van de laserontvanger wordt weergegeven.
- Stel de gewenste hellingshoek op de hellingsadapter PRA 79 in.
Aanwezige hellingshoek controleren (hellingshoek automatisch instellen)
- Positioneer de rotatielaser op de bovenste of op de onderste rand van het hellende vlak, punt (A) .
- Richt de rotatielaser in de richting van de X-as via de vizierinrichting (keep en korrel) in op het punt (B) op de andere rand van het hellende vlak.
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Zodra de nivellering is voltooid, wordt de laserstraal ingeschakeld, roteert deze en brandt de bedrijfstoestandsweergave constant groen.
- Selecteer in het menu "Hellingshoek" de functie "Hellingshoek controleren" .
- Positioneer de laserontvanger exact op punt (A) en stel de hoogte in, tot op het display de waarde "0" wordt weergegeven.
- Druk op de toets .
- Positioneer de laserontvanger vervolgens exact op punt (B) , zonder de hoogte op de meetlat te wijzigen.
- Druk op de toets .
- De rotatielaser kantelt automatisch het laservlak op de X-as, tot de markeringskerf van de laserontvanger bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Is de positie bereikt, dan nivelleert de rotatielaser op de Y-as. De succesvolle afsluiting wordt door een aanhoudende toon van 5 seconden aangegeven. Het symbool wordt kort weergegeven.
- Vervolgens wordt de waarde van de hellingshoek in de geselecteerde eenheid weergegeven.
- Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol kan worden uitgevoerd, klinken korte akoestische signalen en wordt het symbool kort weergegeven.
- De rotatielaser kantelt automatisch het laservlak op de X-as, tot de markeringskerf van de laserontvanger bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Via de functietoetsen rechts en links kunt u indien gewenst de ingestelde waarde wijzigen. Als de rotatielaser genivelleerd is, kunt u de laserontvanger uit het doelvlak verwijderen en bijvoorbeeld nog meer punten binnen het laservlak markeren.
Verticaal automatisch uitrichten
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- Richt de rotatielaser zo uit, dat de geprojecteerde laserstraal precies op het referentiepunt (A) is gericht. Het referentiepunt is geen loodpunt!
- Druk kort de toets op de rotatielaser in of druk kort een van de beide functietoetsen rechts of links op de laserontvanger in.
- De rotatielaser begint te roteren.
- De rotatielaser begint te roteren.
- Voor het verstellen van het laservlak naar rechts resp. links drukt u de functietoets rechts of links op de laserontvanger in.
- De rotatielaser beweegt het laservlak in de gewenste richting.
- De rotatielaser beweegt het laservlak in de gewenste richting.
Verticaal automatisch uitrichten
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- Richt de rotatielaser zo uit, dat de geprojecteerde laserstraal precies op het referentiepunt (A) is gericht. Het referentiepunt is geen loodpunt!
- Houd de markeringskerf van de laserontvanger op het in te stellen doelvlak, punt (B) . De laserontvanger moet stil worden gehouden of worden gefixeerd.
- Start de automatische uitrichting door een dubbele klik op de laserontvanger, met de toets , of selecteer in het menu "Verticale modus" de functie "automatisch uitrichten" .
- Het laservlak zwenkt naar rechts en/of links, tot het punt (B) bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Als het punt (B) bereikt, is, wordt het symbool kort weergegeven.
- Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol kan worden uitgevoerd, klinken korte akoestische signalen en wordt het symbool kort weergegeven.
- Het laservlak zwenkt naar rechts en/of links, tot het punt (B) bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Als de rotatielaser de positie succesvol bereikt, kunt u de laserontvanger uit het doelvlak verwijderen en bijvoorbeeld nog meer punten binnen het laservlak markeren.
Verticaal automatisch uitrichten met controlefunctie
- Druk op de rotatielaser en op de laserontvanger op de toets .
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
- Richt de rotatielaser zo uit, dat de geprojecteerde laserstraal precies op het referentiepunt (A) is gericht. Het referentiepunt is geen loodpunt!
- Houd de markeringskerf van de laserontvanger op het in te stellen doelvlak, punt (B) . De laserontvanger moet stil worden gehouden of worden gefixeerd.
- Selecteer in het menu "Verticale modus" de functie "Automatisch uitrichten met bewakingsfunctie" .
- Het laservlak zwenkt naar rechts en/of links, tot het punt (B) bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Als het punt (B) bereikt, is, wordt het symbool kort weergegeven.
- De rotatielaser schakelt in de controlefunctie. Kleinere afwijkingen door invloeden van buitenaf worden automatisch gecompenseerd en de laserstraal wordt op de hoogte van de markeerkerf van de laserontvanger vastgehouden.
- Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol kan worden uitgevoerd, klinken korte akoestische signalen en wordt het symbool kort weergegeven.
- Het laservlak zwenkt naar rechts en/of links, tot het punt (B) bereikt is. Daarbij klinkt uit de laserontvanger een terugkerend akoestisch signaal.
- Verwijder de laserontvanger niet uit het doelvlak zolang de bewakingsmodus actief is.
- U kunt nu handmatig of met behulp van een tweede laserontvanger bijvoorbeeld elementen uitrichten aan de hand van het laservlak of punten binnen het laservlak markeren.
Laserontvanger PRA 400
Bediening van de laserontvanger
- Druk op de laserontvanger op de toets .
- Het display van de laserontvanger PRA 400 geeft de rotatielaser en het statief in lichtgrijs weer. Zodra een verbinding met de rotatielaser en/of het statief tot stand gebracht is, wordt het verbonden product zwart weergegeven.
- De laserontvanger heeft twee functietoetsen, die afhankelijk van de displayweergave verschillende bedieningen mogelijk maken (omhoog/omlaag, rechts/links, plus/min). De actuele bezetting van de functietoetsen wordt in het display bij de onderste beeldschermrand weergegeven.
- Kies via de functietoetsen een symbool op het display van de laserontvanger en druk op de toets om de selectie te bevestigen.
- Het actueel geselecteerde symbool wordt met een zwarte achtergrond weergegeven.
- Om naar de vorige weergave terug te keren, drukt u op de toets .
Laserstraal ontvangen met de laserontvanger
- Houd de laserontvanger met het detectievenster direct in het vlak van de laserstraal.
- De ontvangst van de laserstraal wordt optisch en akoestisch weergegeven.
- De laserontvanger geeft de afstand van het laservlak naar de markeerkerf aan.
- Beweeg afhankelijk van de toepassing de laserontvanger of de rotatielaser omhoog of omlaag tot het rotatievlak met de markeerkerf overeenkomt. De laserontvanger toont de waarde "0".
- De ontvangst van de laserstraal wordt optisch en akoestisch weergegeven.
- Houd de laserontvanger tijdens het uitrichten stil of fixeer hem. Zorg voor vrij zicht tussen de laserontvanger en rotatielaser.
Menu-opties
Om het hoofdmenu op te roepen drukt u op de toets .Hoofdmenu
Horizontale modus |
|
Hellingshoekmodus |
|
Verticale modus |
|
Algemene instellingen |
|
|
Slaapmodus inschakelen / slaapmodus uitschakelen |
Volume van de laserontvanger instellen (Uit, niveau 1/2/3) |
Uitschakeling van de lichtbundels |
|
Hoogte automatisch uitrichten met statief PRA 91. |
|
QR-code → Hoogte automatisch uitrichten met statief PRA 91. |
Hellingshoek instellen |
|
Hellingshoek controleren |
|
Opgeslagen hellingshoekinstellingen (favorieten) oproepen of wijzigen |
|
Hellingshoek met hoge precisie instellen |
|
QR-code → Link naar overzicht van alle hellingshoekfuncties |
Verticaal automatisch uitrichten |
|
Verticaal automatisch uitrichten met controlefunctie |
|
Automatische scanlijn-functie |
|
QR-code → link naar overzicht van alle functies in de verticale modus |
Nauwkeurigheid (5 stappen) Selecteer de stappen afhankelijk van uw eisen resp.de afstand tussen de rotatielaser en laserontvanger. |
|
Rotatiesnelheid (3 trappen) |
|
Modus "bescherming tegen storende lichtbronnen" activeren/deactiveren |
|
Schokwaarschuwing (Uit, stand 1/2/3) |
|
Service-indicatie |
|
Verdere instellingen |
Selecteer de stand afhankelijk van de mogelijke trillingen op de opstelplaats van de rotatielaser.
Stand 1, hoge gevoeligheid tegen trillingen |
|
Stand 2, gemiddelde gevoeligheid tegen trillingen |
|
Stand 3, geringe gevoeligheid tegen trillingen |
|
Schokwaarschuwing gedeactiveerd |
Automatische nivellering deactiveren (voor handmatige hellingshoekverstelling) |
|
Volgorde van de waarschuwingssignalen wijzigen |
|
Firmwareversie rotatielaser/laserontvanger |
|
QR code activeren/deactiveren |
|
Uitschakeling van een of meerdere lichtbundels
|
|
Selecteer de eenheid voor de afstand van het laservlak tot de middelste markering en de eenheid voor de hellingshoek.
|
Verzorging en onderhoud
Verzorging van het product- Vastzittend vuil voorzichtig verwijderen.
- Reinig het huis alleen met een licht vochtige reinigingsdoek. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen, omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
- Gebruik een schone, droge doek, om de contacten van het product te reinigen.
- Blaas het stof van het uitgangsvenster van de laser.
- Raak het uitgangsvenster van de laser niet aan met uw vingers.
- Gebruik nooit een accu met verstopte ventilatiesleuven. Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge, zachte borstel.
- Voorkom dat de accu onnodig aan stof of vuil wordt blootgesteld. Stel de accu nooit bloot aan extreem vochtige omstandigheden (bijvoorbeeld in water dompelen of in de regen laten staan).
Wanneer een accu doornat is, behandelt u de accu als een beschadigde accu. Isoleer deze in een niet-brandbare bus en neem contact op met de Hilti Service. - Houd de accu vrij van vreemde olie en vet. Laat niet toe dat zich onnodig stof of vuil op de accu verzamelt. Reinig de accu met een droge, zachte borstel of een schone, droge doek. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen, omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
Raak de contacten van de accu niet aan en verwijder niet het in de fabriek aangebrachte vet van de contacten. - Reinig het huis alleen met een licht vochtige reinigingsdoek. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen, omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
- Controleer regelmatig alle zichtbare delen op beschadiging en de bedieningselementen op hun correcte werking.
- Bij beschadigingen en/of functiestoringen het product niet gebruiken. Laat het product direct door de Hilti Service repareren.
- Breng na verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden alle afschermingen aan en controleer of deze goed werken.
Meetnauwkeurigheid controleren
Om aan de technische specificaties te kunnen blijven voldoen, moet het apparaat regelmatig (minstens voor iedere grotere/kritische meting) worden gecontroleerd.Wanneer het apparaat van grotere hoogte is gevallen, moet de werking ervan worden onderzocht. Onder de volgende omstandigheden kan worden aangenomen dat het apparaat correct werkt:
- Bij de val is de in de Technische gegevens aangegeven valhoogte niet overschreden.
- Het apparaat heeft ook voor de val correct gewerkt.
- Het apparaat is bij de val niet mechanisch beschadigd (bijvoorbeeld breuk van de pentaprisma).
- Het apparaat zendt bij het gebruik een roterende laserstraal uit.
Horizontale hoofd- en dwarsas controleren
- Stel een statief circa 20 m (66 ft) van een wand op en richt de statiefkop m.b.v. de waterpas horizontaal uit.
- Monteer de rotatielaser op het statief en richt de rotatielaser met behulp van de doelkerf op de wand uit.
- Afbeelding a: Leg met behulp van de laserontvanger een punt (1) vast en markeer het punt op de wand.
- Draai de rotatielaser rechtsom 90º rond de middenas. Daarbij mag de hoogte van de rotatielaser niet veranderd worden.
- Afbeelding b: Leg met behulp van de laserontvanger een tweede punt (2) vast en markeer het punt op de wand.
- Afbeeldingen c en d: Herhaal de twee vorige stappen nog twee keer. Leg met behulp van de laserontvanger het punt (3) en (4) vast en markeer de punten op de wand.
Verticale as controleren
- Stel de rotatielaser verticaal op een zo vlak mogelijke vloer circa 1 tot 10 m van een wand op.
- Richt de handgrepen parallel ten opzichte van de wand uit.
- Schakel de rotatielaser in en markeer het referentiepunt (R) op de vloer.
- Markeer met behulp van de laserontvanger het punt (A) onderaan de wand.
- Markeer met behulp van de laserontvanger het punt (B) op een hoogte van circa 10 m (33 ft).
- Draai de rotatielaser 180° en richt hem op het referentiepunt (R) op de vloer en op het onderste markeringspunt (A) op de wand. U kunt hiertoe ook de automatische uitrichting gebruiken.
- Markeer met behulp van de laserontvanger het punt (C) op een hoogte van circa 10 m (33 ft).
- Bij zorgvuldige uitvoering moet de horizontale afstand tussen de beide gemarkeerde punten (B) en (C) < 2 mm zijn (op 10 m) (0,08 inch bij 33 ft). Bij grotere afwijkingen de rotatielaser naar de Hilti Service opsturen voor kalibratie.
- Bij zorgvuldige uitvoering moet de horizontale afstand tussen de beide gemarkeerde punten (B) en (C) < 2 mm zijn (op 10 m) (0,08 inch bij 33 ft). Bij grotere afwijkingen de rotatielaser naar de Hilti Service opsturen voor kalibratie.
Hilti meettechniek service
De Hilti meettechniek service voert de controle uit en zorgt bij een afwijking tevens voor de reparatie en de hernieuwde controle van de specificatie-overeenstemming van het meetgereedschap door. De specificatie-overeenstemming op het moment van de controle wordt schriftelijk bevestigd door het servicecertificaat. Het wordt aanbevolen:- Een geschikt controle-interval overeenkomstig het gebruik kiezen.
- Na een buitengewone belasting van het apparaat vóór belangrijke werkzaamheden, echter minstens eenmaal per jaar een Hilti meettechniek service controle laten uitvoeren.
Transport en opslag
Transport van accu-gereedschap en accu's- Verwijder de accu('s).
- Transporteer de accu's nooit zonder verpakking. Tijdens het transport moeten de accu's tegen overmatige schokken en trillingen worden beschermd en van alle geleidende materialen of andere accu's worden geïsoleerd, zodat ze niet met andere accupolen in contact komen en kortsluiting veroorzaken. Houd de lokale transportvoorschriften voor accu's in acht.
- Accu's mogen niet per post worden verzonden. Neem contact op met een transportonderneming als u onbeschadigde accu's wilt verzenden.
- Controleer het product en de accu's altijd voor het gebruik alsmede voor en na langer transport op beschadigingen.
- Product en accu's koel en droog opslaan. Neem de temperatuurgrenzen in acht die in de Technische gegevens aangegeven zijn.
- Accu's niet op de acculader bewaren. De accu na het opladen altijd van de acculader verwijderen.
- Accu's nooit in de zon, op warmtebronnen of achter glas opslaan.
- Bewaar het product en de accu's buiten bereik van kinderen en onbevoegde personen.
- Controleer het product en de accu's altijd voor het gebruik alsmede voor en na langere opslag op beschadigingen.
Hulp bij storingen
Neem bij alle storingen de statusindicatie van de accu in acht. Zie het hoofdstuk Weergaven van de Li-ion-accu .Bij storingen die niet in deze tabellen zijn aangegeven of die niet zelf kunnen worden verholpen, kunt u zich tot onze Hilti Service wenden.
Storing |
Mogelijke oorzaak |
Remedie |
---|---|---|
LED's van de accu geven niets aan |
Accu defect. |
|
Accu vergrendelt niet met een hoorbare "klik". |
Vergrendelnok van de accu is vervuild. |
|
Sterke hitteontwikkeling in het product of de accu. |
Elektrisch defect |
|
Batterij van laserontvanger zwak |
Batterij van de laserontvanger is leeg. |
|
Batterij van laserontvanger leeg |
Batterij van de laserontvanger is leeg. |
|
Laadtoestand accu in de rotatielaser laag |
Laadtoestand accu in de rotatielaser laag. |
|
Accu in de rotatielaser volledig ontladen |
De accu in de rotatielaser is volledig ontladen. |
|
Laadtoestand accu in het statief laag |
Laadtoestand accu in het statief laag. |
|
Accu in het statief volledig ontladen |
De accu in het statief is volledig ontladen. |
|
Laserstraal niet herkend |
Laserstraal buiten het detectieveld. |
|
Laserontvanger buiten het mogelijke laservlak |
De laserontvanger is te ver buiten de mogelijke positie van het laservlak, de geactiveerde functie kan niet worden uitgevoerd. |
|
Waarschuwing bewakingsmodus |
Controlefunctie niet mogelijk of onderbroken. |
|
Helling/nivellering niet mogelijk |
Laserontvanger buiten het mogelijke automatische hellingsbereik. |
|
Laser te sterk gekanteld, nivellering niet mogelijk. |
|
|
|
||
Schokwaarschuwing geactiveerd |
Te sterke trilling van de rotatielaser. |
|
Slaapmodus geactiveerd |
Slaapmodus actief. |
|
Geen verbinding met de rotatielaser |
Geen verbinding met de rotatielaser: |
|
|
||
Geen verbinding met het automatische statief |
Geen verbinding met het automatische statief. |
|
|
||
Pairing met rotatielaser mislukt |
Pairen met de rotatielaser mislukt. |
|
Pairing met het automatische statief mislukt |
Pairen met het statief mislukt. |
|
Herstart nodig |
De rotatielaser moet opnieuw worden gestart. |
|
Temperatuur |
De rotatielaser heeft een storing. |
|
De rotatielaser is defect |
De rotatielaser is defect. |
|
Hardwarestoring in de laserontvanger |
De laserontvanger heeft een hardwarestoring. |
|
Recycling
Hilti producten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materialen die kunnen worden gerecycled. Voor recycling is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In een groot aantal landen neemt Hilti uw oude apparaat voor recycling terug. Vraag hiernaar bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.Fabrieksgarantie
- Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale Hilti -dealer.
FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA)/IC-aanwijzing (van toepassing in Canada)
Er kan echter niet worden gegarandeerd dat zich bij bepaalde installaties geen storingen kunnen voordoen. Indien dit apparaat storingen bij de radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld door het uit- en vervolgens weer inschakelen van het apparaat, is de gebruiker verplicht de storingen door middel van de volgende maatregelen op te heffen:- Richt de ontvangstantenne opnieuw uit of verplaats deze.
- De afstand tussen het apparaat en de ontvanger vergroten.
- Het apparaat op een stopcontact van een stroomkring aansluiten die niet overeenkomt met die van de ontvanger.
- Vraag uw leverancier of een ervaren radio- of televisietechnicus om hulp.
Voor de ingebruikneming moet aan de twee volgende voorwaarden zijn voldaan:
- Dit apparaat mag geen schadelijke straling veroorzaken.
- Het apparaat moet alle stralingen opnemen, inclusief stralingen die voor een ongewenste werking zorgen.
Meer informatie
Toebehoren, systeemproducten en aanvullende informatie over uw product vindt u → hier.RoHS (richtlijn voor het beperken van het gebruik van gevaarlijke stoffen) Deze tabel geldt voor de markt China.
Deze tabel is geldig voor de markt Taiwan.
Hilti Li‑ion-accu's
Aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruikIn deze documentatie wordt het begrip accu gebruikt voor oplaadbare Hilti Li-ion-accu's, waarin meerdere Li-ion=cellen aaneengesloten zijn. Ze zijn bestemd voor Hilti elektrisch gereedschap en mogen alleen in combinatie hiermee worden gebruikt. Gebruik alleen originele Hilti accu's!BeschrijvingHilti accu's zijn met celmanagement- en celbeveiligingssystemen uitgerust.
De accu's bestaan uit cellen, die lithium-ion opslagmaterialen bevatten, die een hoge specifieke energiedichtheid mogelijk maken. Li-ion-cellen hebben een zeer gering geheugeneffect, maar zijn ze zeer gevoelig voor geweld, diepe ontlading of hoge temperaturen.
De voor Hilti accu's toegestane producten vindt u in uw Hilti Store of onder: www.hilti.group
Veiligheid
- Neem de volgende veiligheidsvoorschriften voor het veilige gebruik van Li‑ion-accu's in acht. Het niet in acht nemen kan tot huidirritaties, ernstige corrosief letsel, chemische brandwonden, brand en/of explosies leiden.
- Behandel accu's zorgvuldig, om beschadigingen te vermijden en om het ontsnappen van vloeistoffen te voorkomen die uiterst schadelijk voor de gezondheid zijn!
- Accu's mogen in geen geval worden gemodificeerd of gemanipuleerd!
- De accu's mogen niet uit elkaar worden genomen, ineengedrukt, tot boven 80 °C worden verhit of worden verbrand.
- Gebruik of laad geen accu's op, die een klap hebben gekregen of op een andere manier beschadigd zijn. Controleer uw accu's regelmatig op tekenen van beschadigingen.
- Gebruik nooit gerecyclede of gerepareerde accu's.
- Gebruik de accu of een accu-aangedreven elektrisch gereedschap nooit als slaggereedschap.
- Stel accu's nooit bloot aan direct zonlicht, verhoogde temperaturen, vonken of open vuur. Dit kan tot explosies leiden.
- Raak de accupolen niet aan met uw vingers, gereedschap, sieraden of andere elektrisch geleidende voorwerpen. Dit kan de accu beschadigen en materiële schade en letsel veroorzaken.
- Stel de accu's niet bloot aan regen, vocht en vloeistoffen. Binnendringend vocht kan kortsluiting, elektrische schokken, brandwonden, brand en explosies veroorzaken.
- Gebruik alleen de voor dit type accu bedoelde acculaders en elektrische gereedschappen. Neem daarbij de informatie in de betreffende handleidingen in acht.
- Gebruik of bewaar de accu niet in explosiegevaarlijke omgevingen.
- Als de accu zo heet is dat hij niet kan worden vastgepakt, kan deze defect zijn. Plaats de accu op een overzichtelijke, niet brandbare plaats met voldoende afstand tot brandbare materialen. Laat de accu afkoelen. Als de accu na een uur nog steeds te heet is om aan te raken, dan is hij defect. Ga te werk volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk Maatregelen bij accubrand .
- Neem altijd contact op met de Hilti Service, wanneer een accu beschadigd is.
- Gebruik een accu niet wanneer er vloeistof uitlekt.
- Vermijd bij lekkende vloeistof direct contact met de ogen en/of huid. Draag altijd werkhandschoenen en veiligheidsbril bij de omgang met accuvloeistof.
- Gebruik een geschikt chemisch reinigingsmiddel om de weggelekte accuvloeistof te verwijderen. Neem de lokale reinigingsvoorschriften voor accuvloeistof in acht.
- Plaats een defecte accu in een niet-brandbare bus en dek hem af met droog zand, krijtpoeder (CaCO3) of silicaat (vermiculiet). Sluit vervolgens het deksel luchtdicht af en houd de bus verwijderd van brandbare gassen, vloeistoffen of voorwerpen.
- Lever de houder in bij uw Hilti Store of neem contact op met een verantwoordelijk afvalverwerkingsbedrijf. Houd de lokale transportvoorschriften voor beschadigde accu's in acht.
- Let op abnormale eigenschappen van accu's, zoals onjuist laden, abnormaal lange laadtijden, merkbaar capaciteitsverlies, ongebruikelijke LED-activiteiten of weglekkende vloeistoffen. Dit zijn indicaties voor een intern probleem.
- Als u een intern accuprobleem vermoedt, neem dan contact op met de Hilti Service.
- Als de accu niet meer werkt, de accu niet meer kan worden opgeladen of er vloeistof uit lekt, moet u deze afvoeren. Zie het hoofdstuk Onderhoud en recycling .
- Zorg voor voldoende ventilatie, zodat gevaarlijke en explosieve dampen kunnen ontsnappen.
- Verlaat bij intensieve rookontwikkeling direct de ruimte.
- Neem bij irritaties van de luchtwegen contact op met een arts.
- Bel de brandweer voordat u een bluspoging start.
- Bestrijd accubranden alleen met water vanaf een zo groot mogelijke afstand. Poederblussers en blusdekens werken niet bij Li-ion-accu's. Omgevingsbranden kunnen met gangbare blusmiddelen worden bestreden.
- Probeer niet om grote hoeveelheden brandende accu's te verplaatsen. Verwijder niet betrokken materialen uit de directe omgeving om zo de betrokken accu's te isoleren.
- Neem deze op een schep en gooi deze in een emmer met water. Door de koelende werking van water wordt het overslaan van een brand op accucellen, die nog niet de ontstekingskritische temperatuur bereikt hebben, gereduceerd.
- Laat de accu gedurende minstens 24 uur in de emmer, tot deze volledig is afgekoeld.
- Zie het hoofdstuk Handelwijze bij beschadigde accu's .
- Omgevingstemperatuur bij gebruik tussen -17 °C en +60 °C / 1 °F en 140 °F.
- Opslagtemperatuur tussen -20 °C en +40 °C / -4 °F en 104 °F.
- Accu's niet op de acculader bewaren. De accu na het opladen altijd van de acculader verwijderen.
- Accu's zo koel en zo droog mogelijke opslaan. Een koele opslag verhoogt de acculevensduur. Bewaar accu's nooit in de zon, op een verwarming of achter een raam.
- Accu's mogen niet per post worden verzonden. Neem contact op met een transportonderneming als u onbeschadigde accu's wilt verzenden.
- Transporteer de accu's nooit zonder verpakking. Tijdens het transport moeten de accu's tegen overmatige schokken en trillingen worden beschermd en van alle geleidende materialen of andere accu's worden geïsoleerd, zodat ze niet met andere accupolen in contact komen en kortsluiting veroorzaken. Houd de lokale transportvoorschriften voor accu's in acht.
- Houd de accu schoon en vrij van olie en vet. Vermijd onnodig stof of vuil op de accu. Reinig de accu met een droge, zachte penseel of een schone, droge doek.
- Gebruik de accu nooit met verstopte ventilatiesleuven. Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge, zachte borstel.
- Voorkom dat er vreemd materiaal in het binnenwerk binnendringt.
- Laat geen vocht de accu binnendringen. Als vocht in de accu binnengedrongen is, behandelt u de accu als een beschadigde accu en isoleert u deze in een niet-brandbaar reservoir.
- Zie het hoofdstuk Handelwijze bij beschadigde accu's .
- Door onjuiste recycling kunnen gevaren voor de gezondheid als gevolg van uittredende gassen of vloeistoffen ontstaan. Lever de accu in bij uw Hilti Store of neem contact op met een verantwoordelijk afvalverwerkingsbedrijf. Houd de lokale transportvoorschriften voor beschadigde accu's in acht.
- Geef accu's niet met het huisvuil mee.
- Recycle defecte accu's zo, dat ze niet in handen van kinderen kunnen belanden. Dek de aansluitingen met een niet-geleidend materiaal af, om kortsluiting te vermijden.
Conformiteitsverklaring
ConformiteitsverklaringAls de uitsluitend verantwoordelijke voor het hier beschreven product verklaart de fabrikant dat het voldoet aan de geldende voorschriften en normen.De technische documentatie is hier te vinden:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH | Zulassung Geräte | Hiltistraße 6 | 86916 Kaufering, DE
Productinformatie
Rotatielaser |
PR 400‒22 |
Generatie |
01 |
Serienr. |
1‒99999999999 |